donderdag 18 september 2014

De dagen worden beschenen door een uitbundige zon die zijn warme stralen genadeloos op mijn bloemenpracht laat vallen. De hitte is soms te veel voor de tuin die er zo prachtig bij stond.
De hortensia´s verschroeien en de eenjarigen laten triest hun kopjes hangen ondanks de regelmatige sproeibeurten die ik ze geef.

Gek, hoe jammer ik het ook vind ik kan me er niet zo druk meer om maken zoals ik vroeger wel deed en ik overal parasolletjes plaatste om ietwat beschutting van de arme zieltjes te creëren.
Eigenlijk kan ik me om weinig dingen nog druk maken, het boeit me allemaal niet meer zo.
Sinds jij weg bent is de wereld om me heen zo´n stuk kleiner geworden, ja daar kies ik ook voor.
Ik heb de behoefte om me te socialiseren niet zo erg, zit het liefste thuis met de vertrouwde dingen om me heen, er is nog zoveel wat me aan jou herinnerd.
Ik ben moe, moe van het jachtige leven om me heen, mensen die van je verwachten dat je nu maar weer ¨gewoon¨ moet doen en dat je nu toch haast wel uit gerouwd moet zijn. Een enkeling die tussen neus en lippen nog eens een keertje vraagt hoe het met je gaat en daarna vlug weer over iets anders begint.
Hoe kunnen ze ook weten van het grote gemis dat ik elke dag weer ervaar, van het feit dat ik niet zo maar even mijn hand over je kale kop kan laten glijden, mijn hoofd niet even tegen je schouder aan kan leggen voor troost en warmte, van de lege koude plek in ons bed, het gemis van je vertrouwde stem je lach, het veilige gevoel dat ik altijd had in jouw nabijheid.
Het huis ademt nog steeds je aanwezigheid uit, je jas op de kapstok je schoenen in de gang, de persoonlijke dingen in je la en al je kleren die ik nog steeds niet kan wegdoen. Maar jij, jij bent niet tastbaar meer.

Gisteren ruimde ik de gangkast op en ik heb zitten grienen bij de aanblik van je motorlaarzen die al zo lang ongebruikt daar staan te wachten op...... ja op jou, zoals ik nog steeds wacht op jou.
De tijd rijgt zich aanèèn en is zo kleurloos zonder jou mijn lief.

ZE vinden me zo sterk zeggen ze maar ze weten niet hoe het jaagt in mijn hart als ik de gedachte toelaat in mijn hoofd dat ik je nooit meer zal zien, , zal ruiken, nooit meer je warmte en kracht zal voelen. Nooit meer.........