dinsdag 8 januari 2013

Solidariteit.

Ik kan geen begrip/respect op brengen voor mensen die zichzelf in een hoekje laten drukken en bang zijn hun mening te uiten maar intussen wel anderen voor hun karretje proberen te spannen en daardoor zelf buiten schot blijven en doen alsof hun neus bloed op het moment suprême.

Doet me denken aan een verhaal dat mijn vader vroeger vertelde.
Rond kerst ergens in de jaren 60 was hij werkzaam op een van de eilanden, in de bouw of zoiets. Iedereen mopperde dat er met kerst doorgewerkt moest worden terwijl was beloofd dat de werknemers vrij zouden krijgen om de kerst thuis door te brengen.
Dus werd er unaniem besloten dat ze zouden weigeren te werken om zo de kerst met hun gezin door te kunnen  brengen.

¨Doe jij het woord maar Dicky wij staan achter je ¨
zo werd er gezegd .

Dus tijdens de bijeenkomst met de baas deed mijn vader het woord namens het personeel.

Dit viel niet in goede aarde en de baas dreigde degenen die niet wilden werken te ontslaan, en je voelt hem al aankomen, er was geen mens die achter mijn vader stond.
En wat deed die kei van een vader van mij? Hij pakte zijn plunjezak stopte zijn spullen erin, stapte op de boot naar het vaste land en bracht de kerst door met zijn vrouw en kinderen.
Ik had een vader die recht door zee was, goudeerlijk en beslist niet tegen onrecht en meelopers kon.
Hij had zijn mening en principes en week daar niet van af.


Je snapt dus wel wat ons vroeger is bijgebracht, opkomen voor je mening en je rechten, je bent niet meer maar beslist ook niet minder dan een ander. 

Tja en wij Mengelmoesjes zijn koppig

zaterdag 5 januari 2013

Engeltje.

Het werd tijd om de kerstboom af te tuigen, dat schijnt te moeten voor
6 januari, vraag me niet waarom maar het schijnt een traditie te zijn dat de boom er na driekoningen niet meer mag staan.

Aangezien ik al een paar dagen grieperig en snotterig thuis doorbreng en manlief weg was met een vriend besloot ik om toch maar eens te beginnen aan de klus.
Af tuigen is nooit zo leuk als op tuigen, het is zo definitief het afscheid van het oude jaar en het begin van een nieuw.

Het oude jaar is voor ons niet gemakkelijk geweest, mijn man had op het eind van het jaar 2011 net een zware whipple operatie ondergaan en 2012 ging van start met het vooruitzicht op een half jaar chemotherapie. Een jaar van veel spanningen en onzekerheid, huilen en elkaar moed inspreken.
Een jaar waarin het besef dat alles wat je altijd zo gewoon vond  helemaal niet zo gewoon was.
Ineens hoor je van allemaal mensen dat die man om de hoek en die vrouw met die kleine kinderen ¨het¨ ook
heeft, het woord uitspreken kunnen of durven ze niet.
Er zijn mensen die je ontlopen en je niet meer recht in de ogen durven kijken, er zijn vrienden die het gigantisch af laten weten en er zijn die lieve mensen die proberen een steun voor je te zijn en je op te beuren.
En nu zijn we dan in het jaar 2013 beland waarvan we niet weten wat het ons gaat brengen, de onzekerheid blijft en daar moeten we mee om leren gaan.
We beseffen dat Mike bij de gelukkigen hoort die het eerste jaar na de diagnose overleeft hebben.
Heel veel om dus dankbaar voor te zijn.
Vlak voor kerst kreeg ik van een lieve collega die afscheid nam op het werk een engeltje met het verzoek om deze in de kerstboom te hangen zodat ik nog eens aan haar kon denken. Het engeltje is de laatste versiering die in de doos met kerstspulletjes wordt opgeborgen.
De boom zag er ineens erg kaal en saai uit zonder al die mooie versieringen.

We hopen dat er in 2013 een engeltje op de schouder van Mike mag komen zitten en dat we als gezin eind dit jaar kerst weer opnieuw bij elkaar mogen zijn, want we weten inmiddels dat niets in dit leven zeker is en dat je dankbaar moet zijn voor elke gegeven dag.

donderdag 3 januari 2013

KERSTMIS en het oude kerstmannetje.

Kerstmis anno 1965.

De kerstboom staat in de hoek van onze kleine huiskamer, vlak voor het raam.
Mijn vader zit op zijn knieën en is bezig met een snoer lampjes dat het niet doet. Een voor een draait hij ze aan, totdat er ineens een zee van lichtjes brandt. Groen, geel, blauw, we staan er ademloos naar te kijken.
Intussen heeft mijn moeder de doosjes met kerstballen opengemaakt en mijn zusje en ik mogen ze in de kerstboom hangen. Heel voorzichtig pakken we het zilveren vogeltje met de prachtige verenstaart, het visje met zijn gele vinnen en het oude kerstmannetje dat een ereplaatsje krijgt. Mijn moeder hangt het engelenhaar in de boom, heel precies bekleedt ze de lichtjes. Mijn zusje en en ik rennen naar buiten om te zien hoe de boom voor het raam eruitziet en we weten allebei heel zeker dat niemand in de straat zo'n mooie kerstboom heeft.

Kerstmis anno 2006.

Mijn man hangt de gekleurde lichtjes in de boom. Voorzichtig pak ik de versieringen uit de doosjes en de kinderen hangen ze op. Het oude kerstmannetje krijg een ereplekje. We hebben geen engelenhaar, want het lukt me nooit om het zo sprookjesachtig op te hangen als mijn moeder dat deed. Als de boom klaar is, loop ik naar buiten om te zien hoe hij glinstert voor het raam. Maar iets van de glans lijkt verloren, iets van de blijdschap die ik altijd voelde met kerst is verdwenen. Mijn vader en moeder leven niet meer en begin 2004 is mijn zusje overleden aan kanker. Maar als ik mijn ogen sluit, zie ik mijn vader weer, die de lampjes aandraait, mijn moeder die ze bedekt met engelenhaar en ik zie mijn zusje met de schittering van de lichtjes in haar ogen. En even voel ik weer de warmte en liefde die er altijd was in het huis waar ik ben opgegroeid.